Platform voor de uitvoerende en voorschrijvende dakprofessional
Rotterdamse hypernatuur op 9 hoog
Op het dak 3 ‘cocons’ gemaakt waar je in de luwte kunt zitten.

Rotterdamse hypernatuur op 9 hoog

‘Daktuin moet meer zijn dan sedum alleen’

Steeds vaker worden er tuinen op daken aangelegd. Daktuinen zijn er in vele soorten en maten. Vaak betreft het daken met een dunne laag substraat met een begroeiing van sedum. Sedum is een vetplant en bestand tegen droogte en hitte, dus ideaal voor de vaak zonnige plekken op daken. Zo’n begroeiing van Sedum is mooier en ecologisch gezien iets interessanter dan een kale dakbedekking. Toch vinden wij er bij de Bloeimeesters niet zo veel aan, het is maar een wat ‘plat’ groen. Je krijgt pas het gevoel van een tuin als er ook wat hogere planten op een dak staan.

Op een Rotterdams dak, bovenop een kantoorpand van 9 verdiepingen hoog op De Blaak, is geëxperimenteerd met nieuw soort dakbeplanting.

Wij vinden dat niet alleen, ook veel soorten dieren zoals insecten en vogels vinden een gevarieerde beplanting veel interessanter dan een sedumdak. Als je hogere planten wil toepassen op een dak, heb je een dikkere laag substraat nodig (15-30cm of meer) en dus een dak met voldoende draagkracht. Op een Rotterdams dak, bovenop een kantoorpand van 9 verdiepingen hoog op De Blaak, is geëxperimenteerd met nieuw soort dakbeplanting. Voor inspiratie heeft de ontwerper gekeken naar mediterrane soorten, omdat die van nature gewend zijn aan een hete droge standplaats. Daarnaast zijn om de biodiversiteit zoveel mogelijk bij te staan, ook veel inheemse planten toegepast. Bijvoorbeeld soorten die in de duinen voorkomen en dus ook goed tegen zon en droogte kunnen. Op inheemse planten zijn veel meer soorten insecten te vinden dan op uitheems planten. Vaak vliegen soorten als bijen en vlinders prima op uitheemse planten voor de nectar in de bloemen, maar als plek om het nageslacht op te laten groeien zijn die soorten vaak minder geschikt. Vergelijk het met een banaan. Veel vlinders kunnen prima van een stukje banaan ‘eten’ als lekkere snack, maar je zult geen rupsen van een koolwitje of atalanta op een bananenplant vinden. Zo is dat ook met veel plantensoorten. 

De beplanting ziet er bijna uit alsof het van nature zo groeit, heel weelderig en natuurlijk.

Slimme soortkeuze

Tot voor kort werd op daken vooral sedum toegepast, óf – wanneer de draagkracht van het dak het toelaat – een dermate dikke laag substraat gebruikt dat een ‘normale’ tuinbeplanting kan worden geplant. Op veel plekken is de substraatlaag maar 10 centimeter dik, maar toch heeft een rijke beplanting zich ontwikkeld. Dat komt door een slimme soortkeuze en door het inbouwen van een goede back-up. Er zijn namelijk simpelweg méér planten gebruikt per vierkante meter en binnen de plantenselectie is gekozen voor een grote soortenrijkdom van planten die van nature op dergelijke plekken groeien. Daarmee wordt de beplanting gezien als een samenhangende vegetatie, waar een traditionele tuin vaak een wat willekeurige verzameling van soorten is. Tot slot is als extra back-up ook gebruik gemaakt van zaden. Door het dak na aanplant ook in te zaaien konden op de plekken waar de beplanting het moeilijk had nieuwe plantjes ontkiemen uit het zaad en werd toch het gehele dak goed gevuld. Dat is niet alleen mooi om te zien, het geeft de beplanting ook meer veerkracht bij moeilijke omstandigheden. Er zijn op deze manier immers altijd wel planten die openvallende plakken opnieuw kunnen koloniseren. Samen met de vrij losse en willekeurige verspreiding van de soorten voor een heel spontaan en natuurlijk beeld. Een soort hypernatuur, een natuurlijke bloemenweide op 9 hoog.

Dit dak in Rotterdam is in veel opzichten een soort hybridevorm met een vernieuwende toepassing van beplanting:
– een vrij dunne laag substraat met tóch een rijke gevarieerde beplanting;
– een mix van inheemse soorten en waardevolle droogtebestendige uitheemse soorten;
– een nauwkeurig bedachte samenstelling met toch een heel natuurlijke uitstraling;
– een mix van aanplanten en inzaaien;
– een minimale watergeef back-up als noodvoorziening;
– robuust en duurzaam houtwerk.

Hele strakke basislijnen en hoekige vormen die passen bij het Rotterdamse ‘no-nonsense’ karakter.

Strakke basislijnen​

De beplanting ziet er bijna uit alsof het van nature zo groeit, heel weelderig en natuurlijk. Om daar een contrast tegenover te stellen heeft de ontwerper gekozen voor hele strakke basislijnen en hoekige vormen die passen bij het Rotterdamse ‘no-nonsense’ karakter. Er zijn twee vlonderpaden gemaakt met een zig-zagvorm die refereert aan de industriële vormen van de Rotterdamse havens. De zig-zag laat je de volledige breedte en lengte van het dak goed ervaren. De vlonders zijn gemaakt van onbehandeld douglas, een Europese naaldhoutsoort met een hoge duurzaamheidsklasse. Bijkomend voordeel is dat douglas niet zo zwaar is als hardhout en op het dak telt elke kilo. Tot slot zijn er op het dak 3 ‘cocons’ gemaakt waar je in de luwte kunt zitten, op 9 hoog staat immers altijd wel wat wind. Vanuit de cocons heb je mooi zicht op de beplanting. Omdat je wat lager zit, als in een zitkuil, ervaar je de beplanting nog beter.

De Bloeimeesters
Arjan Boekel is lid van De Bloeimeesters. Dat is een coöperatie van groenprofessionals zoals kwekers, tuinarchitecten, ontwerpers, hoveniers en beplantings- en boomdeskundigen. De Bloeimeesters zetten zich in om zowel zakelijke als particuliere tuinen mooier en klimaatbestendiger te maken. Samen beschikken ze over een indrukwekkende hoeveelheid plantenkennis, maar ook over een uitgesproken visie over hoe groen en de gebouwde omgeving elkaar versterken. Biodiversiteit, duurzaamheid en gezondheid van mens, dier en natuur staan daarbij hoog in het vaandel.

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kunnen we je helpen met zoeken?